In de jaren tien van de vorige eeuw stonden de paarden van de Engelsman John Mayer Washington (1883-1930) in menig rubriek op de Nederlandse concoursen aan kop: enkelspannen voor landbouwers, jachtpaarden, militaire paarden tot vierspannen voor de coach. Jack, zoals zijn roepnaam was, reed zelf verdienstelijk onder het zadel en aangespannen, maar was vooral een grote paardenhandelaar in Den Haag.

“De vorige week keerde de Heer Jack M. Washington wederom uit Engeland terug met een keurig transport van 24 paarden, waaronder verschillende prachtige jacht, rij- en springpaarden”, schrijft de Revue der Sporten, eind oktober 1909, “Zelden zagen wij zulk eene fraaie collectie bijeen; voor hen, die zich reeds nu iets bijzonders wenschen aan te schaffen voor de concoursen in het volgend jaar raden wij aan een kijkje te gaan nemen. Bijzondere vermelding verdient een span bruine hackneys (hoogte 1,58), die nooit in Engeland op concoursen geslagen zijn. Dit span maakte deel uit van een vierspan, waarvan de achterpaarden zijn verkocht aan den miljonair v. d. Bilt voor £ 3.000,-“


Washington heeft een prachtig gebouw aan de Theresiastraat, waar eerder het Nederlandsch Sportpark zetelde, een sportcomplex voor atletiek, wielrennen en paardensport. Gebouwd in 1896-1897 door architect J. Mutters voor de NV Sportterrein Den Haag. Een groot succes voor de atletiek en het wielrennen was het toen echter niet, want al na vier jaar werd de sportzaal omgebouwd tot manege en na een periode van leegstand laat Washington zijn naam in geglazuurde tegels boven de ingang zetten. De Haagsche Courant van 29 maart 1911 beschrijft het beeldend: “In de Theresiastraat, — waar vroeger het sportgebouw gevestigd was, — heeft thans de heer Jack M. Washington — een bekende bij Haagsche paardensport-vrienden — een manege gevestigd. Jaren lang stond ’t gebouw daar zonder bestemming, geraakte ’t tot verval, doch thans is ’t weer geheel gerestaureerd, herkent men ’t schier niet meer. Een breede entree geeft ons toegang tot een ruime vestibule met wit gepleisterde wanden en bruin graniet. Ter linkerzijde wordt een bar gevestigd, terwijl ter rechterzijde de firma J. P. Wald uit Groningen, een showroom van tuigen, zadels, enz. enz. heeft ingericht. Dan, door twee groote klapdeuren, komen wij in de eigenlijke manege. In tegenstelling met andere manege is hier om de eigenlijke rij-ruimte een omloop, van de manege gescheiden, door een vrij hooge, hellende barrière. Dan komen wij in de tuigenkamer, zeer netjes ingericht, waar in van glasdeuren voorziene kasten, de zadels, tuigen enz zijn opgeborgen. Verder komen wij. in het koetshuis, en vandaar in een stal met 12 boxen voor handelspaarden.

Van hier leidt een breede gang naar de andere stallen, waar de manége- en andere paarden hun tehuis hebben. In ’t geheel zijn er 40 paarden, waarvan 13 manegepaarden en 4 concourstuigpaarden. Een zeer mooie, geriefelijk ingerichte ziekenstal is er, waar de paaiden die onder behandeling van den veearts zijn, worden gestald. Hier is ook een stroomend bad, voor paarden, die baden moeten gebruiken. Naast de stallen is een groote monsterplaats en een voer-kook-inrichting. Een haverpletterij is boven de stallen, evenals de hooizolders. Het privékantoor van den heer Washington is eveneens beneden, terwijl bij den ingang de garderobe en het buffet zijn. Van uit de vestibule leidt een breede trap naar de kleedkamers voor heeren en dames en naar de douches. De kleedkamers zijn uiterst geriefelijk, doch eenvoudig ingericht. Verder noodt een kleine hall de bezoekers tot rusten; tijdschriften op het gebied van sport zijn er volop. Boven zijn ook galerijen, vanwaar men een aardig gezicht op de manége heeft. In de loge speelde gister, tusschen groen en planten, een strijkorkest lustige wijsjes. Het inwendige van ’t gebouw is in lichte grijs-gele kleur geverfd, en geeft een helderen, frisschen aanblik. Van buiten is het uit rooden steen opgetrokken. De architecten, de heeren van Ameyden van Duvn en J.J. Gort, hebben eer van hun werk. Bij de opening was er van de zijde van het publiek veel belangstelling.”


In 1914 rijdt stalmedewerker George Bond namens Washington met vierspan en coach als één van de zeven deelnemers de allereerste marathon in Nederland. En hij wint. Op de vooravond van de Eerste Wereldoorlog gaat het nog zo goed met de handelsstal dat ‘wegens overbevolking der stallen in Den Haag’ een deel van de paarden zijn ondergebracht in de oude renstallen van Baronnesse van Brienen ‘Freule Daisy’ op landgoed Clingendael.


In de Revue der Sporten van juni 1914 maken we nader kennis met het reilen en zeilen van de NV Paardenhandel en manege v/h. J.M. Washington te ‘s-Gravenhage. “Washington! Ziedaar een naam in de hippische wereld. Een goede naam, en dit te danken aan het feit, dat hij wordt gedragen door den importeur van de meeste prijswinnende paarden op onze concours-hippiques, door een op ende top horseman, bekend om zijn voortreflijk voorrijden van la plus noble conquête de l’homme op onze sportfeesten. Het was in 1903, dat de heer Washington voor ’t eerst op een onzer concoursen uitkwam. Hij was tevens de eerste buitenlander, die zich als deelnemend ruiter aan ons publiek presenteerde. De heer Washington won toen — het was in de Maliebaan te ’s Hage — een vierden prijs, met een later zeer bekend geworden paard, dat onder den naam Djompoe den officier Van Gellicum veel succes bezorgde. Kort na dien heeft deze Engelschman aan de Casuaristraat te ’s Hage een paardenhandel geopend, welke naderhand naar Scheveningen resp. naar den Harstenhockweg en Maaswijckstraat verhuisde, en thans wederom in de Hofstad en wel in de Theresiastraat is gevestigd. De zaak is sinds 1 april 1913 een vennootschap geworden. Men kan niet anders zeggen, of de heer Washington heeft in dien tijd met zijn importen veel succes gehad. De meeste prijswinners werden door hem ingevoerd. Wij noemen o.a. Gay Lad, May Queen, Prinses Juliana, Perhaps, Topthorne, Gay Lass, welk fraai exemplaar voor Mr. van Hoboken te Rotterdam meer dan 10.000 frcs. in springnummers wist te winnen, verder Tiddly Winks en Sunny Jim, de vroeger welbekende paarden van Mr. Paul Wurfbain, Galant van Baron van Pallandt, Miss Lind en Jenny Lind, Forest Queen, King of the Earth, Doreen, Challenger, het beroemde paard van den heer Leo v. d. Bergh, Holland Squire, His Majesty enz. Verleden jaar werden door de viervoeters van dezen stal afkomstig, meer dan 100 prijzen gewonnen. Nog te Rotterdam legden voor kort door den heer Washington geïmporteerde tuigpaarden beslag op vier eerste prijzen. Aan de zaak is eveneens een manege verbonden, die vooral den laatsten tijd zeer bloeit. De omstreken van Den Haag eigenen zich bijzonder voor paardrijden, en vooral de aristocratie der Hofstad maakt veelal gebruik van het hier beschreven etablissement. Op 4 mei j.l. heeft nog in de manege een hippisch festijn plaats gevonden, waarbij verschillende dames en heeren, die de inrichting frequenteren, welwillend medewerking verleenden. Summa summarum heeft de paardensport hier te lande veel aan dezen buitenlander te danken. Neemt de inrichting Washington in bloei toe — en alle omstandigheden wijzen hier op — dan kan ’t niet anders, of ook de hippische sport in ’t algemeen zal daar wel bij varen.”

Rechtsboven: Jack M. Washington op het concours te Den Haag, Zorgvliet, 1909, waar hij met The Merry Widow de eerste prijs voor schoonste rijpaard won.

Het zal de teruglopende handel in luxe paarden zijn geweest die de handelsfirma Washington in de jaren na de oorlog heeft genekt. Jack, zijn echtgenote May Cooper en zoon Albert John, die allen nog altijd de Britse nationaliteit hebben, verhuizen in 1924 naar een flatje in Rotterdam, om twee jaar later met het stoomschip de Marburn naar Canada en vervolgens het Amerikaanse gehucht Summit (Wisconsin) te emigreren. In 1930, dus vier jaar na die overtocht is Jack er begraven.

De naam ‘JM Washington Dealer in Horses’ is blijven staan op de gevel van het gebouw aan de Theresiastraat in Den Haag, al is het rijksmonument ironische genoeg heropend als sport- en fitnessruimte.