In vijftien jaar tijd heeft rijtuighandelaar Henk van Zalinge in Bussum honderden tweedehands rijtuigen verhandeld onder de naam Tattersall. Niet de naam van de fabrikant, maar van de handelsfirma.

Hendrikus (Henk) van Zalinge (1860-1940), 1,71 meter lang, bruin haar en blauwe ogen, ondergaat in 1880 een keuring voor militaire dienst. Hij krijgt vrijstelling wegens ‘lichamelijke gebreken’; welke gebreken dat zijn staat er niet bij vermeld. Henk is geboren in Monnickendam als zoon van een stalhouder. Zijn vader zal een stalhouderij annex café hebben gehad. In 1889 trouwt Henk met Lijsje Buwalda, dochter van de eigenaresse van het grote hotel Nieuw-Bussum aan de Herenstraat in Bussum. De weduwe Buwalda runt het hotel met hulp van Lijsjes oudere broer Cornelis, die de stalhouderij voor zijn rekening neemt. Henk ziet een kans en schrijft zich in bij de gemeente als ‘hotelhouder’, maar rekent buiten zijn zwager als schoonmoeder een paar maanden na het huwelijk al komt te overlijden. Cornelis gaat voor de volledige exploitatie van het hotel onder de oude firmanaam ‘Weduwe N.R. Buwalda’. De erfenis blijft een onverdeelde boedel. Henk begint hierop een stalhouderij aan de Oud-Bussummerweg 1 en gaat daarmee zijn zwager beconcurreren.

Vijftien paarden
Die stalhouderij groeit in tien jaar tijd uit tot een aardig bedrijfje. In 1899 verhuist Van Zalinge naar de Brinklaan, notabene naast hotel De Roozenboom, de grote concurrent van Nieuw-Bussum, waar Henk een beetje handelt in paarden, rijtuigen verhuurt voor bruiloften en begrafenissen, en zorgt voor maandpaarden en -pony’s. In april 1901 neemt ene Bloys van Treslong de stalhouderij van hem over, maar die geeft er na drie jaar de brui aan. Diens opheffingsverkoop geeft een idee van de omvang: vijftien paarden, achttien rijtuigen en twee tapissières. Cornelis Buwalda ziet zijn kans en plaatst gelijk een advertentie dat hij de stalhouderijen naast De Roozenboom heeft overgenomen en samenvoegt met die van Nieuw-Bussum aan de Herenstraat, iets dat de notaris die de liquidatie voor Bloys van Treslong regelt een dag later rectificeert: de veiling gaat gewoon door, zelfs al koopt Cornelis alles op.

Villa Soerabaya
Henk van Zalinge heeft ondertussen zijn bakens verzet door in de handel te gaan. In vlot tempo gaan de welgestelde bewoners van de villa’s in de omgeving over op de aanschaf van een automobiel. Ze schaffen hun equipage af. Van Zalinge ziet zo de kans om voor relatief lage prijzen de eens kostbare rijtuigen op te kopen en door te verkopen aan de opkomende – nog autoloze – middenklasse. Een van die villa’s is Soerabaya aan de Eslaan, in 1895 gebouwd door Gerardus Anthonius van de Pol, bouwkundige uit Nederlands-Indië. Soerabaya geldt als een van de mooiste villa’s van Bussum, met overdadig versierd houtwerk aan de dakrand, een grote serre met uitzicht op de Vlietlaan en een jachtkamer. Nadat Van de Pol op 22 maart 1908 overlijdt komen zijn twee vrijwel gloednieuwe automobielen en het laatste rijtuig, een derby-cart van Schutter & Van Bakel, in het koetshuis publiekelijk in de verkoop.

Stenen en grond
Het koetshuis en de stallen komen daarmee leeg te staan; een prachtig gebouw, amper twaalf jaar oud, voor ƒ12.480,- gebouwd door Kermer uit Amsterdam, onder het toeziend oog van bouwmeester Bleijs uit Bussum. Henk had de aanbesteding ervan nog meegemaakt in De Roozenboom. Een maand nadat de auto’s van Van de Pol zijn verkocht komt ook het koetshuis in de verkoop: Henk van Zalinge koopt het voor welgeteld ƒ 10.900,-. Dat is nog véél geld, want tijdens dezelfde veiling in De Roozenboom gaan complete villa’s in dezelfde buurt van de hand voor 8.050,- (villa Timor), 8.100,- (Makasser), 6.659,- (Banda) en 6.200,- (Batavia). Henk van Zalinge koopt naast het koetshuis, waarvan hij gelijk de stallen laat uitbreken, voor ƒ 7.300,- een woon- en winkelpand in de Nassaulaan. Dat Henk die investeringen kan doen komt misschien wel door het vrijvallen van Lijsjes erfdeel, want prompt verkoopt Cornelis in 1909 het hotel, waardoor hij kan afrekenen met zijn zus. In de jaren die volgen bemiddelt Henk regelmatig in de verkoop van onroerend goed en hij belegt zijn geld vooral in stenen en grond.

Schrijffouten
1909 is ook het jaar dat de firma Tattersall, opgericht door Henk van Zalinge, het levenslicht ziet te Bussum. De rijtuigenhandel in het luxe koetshuis vraagt om een onderscheidende naam. Hij bouwt geen rijtuigen, heeft evenmin smeden, bakwerkers of stoffeerders in dienst, maar doet uitsluitend handel. ‘Tattersall’ is een bekend begrip in de paardenwereld: het is de naam van een Engels veilinghuis van volbloeden, die is uitgegroeid tot een algemeen begrip voor handelshuizen in de sector. Tattersall heeft zelfs zijn eigen ruitmotiefje voor kleding in the countryside.
Aan het aantal schrijffouten te zien is de tekst van de eerste advertentie in de Gooi- en Eemlander in 1909 telefonisch doorgegeven: “Groote Sorteering Breackjes k.z.o.d.k., met en zonder gommi, Coupé op gommi, Tonneaux op gommi, Dos à Dos, Victoria’s op gommi, Ponny- Wagentjes, Bruggy’s met kap, Landouwers voor 1 paard, op gommi. Spieder op gommi, Derby Cart Americain op vier wielen, Dogcarts. Voorts eene groote keuze Zomerrijtuigen, Tuigen enz. Dagelijks uit de hand te koop.” De afkorting k.z.o.d.k. staat voor koetsierszitting onder de kap. Het zijn rijtuigen die gebouwd zijn door fabrikanten als Veth, Schutter & Van Bakel, Ingenhoes, Kimman en Hermans, maar Van Zalinge maakt ze onherkenbaar door de wieldoppen, waarin de naam van de fabrikant is gegraveerd, te vervangen door nieuwe met daarop ‘Tattersall, Bussum’. Hij is niet de enige die zo werkt, want Ingenhoes, de gebroeders Buitenweg en Gielen doen exact hetzelfde met tweedehandsjes. Het verschil is dat zij nog altijd op bestelling een nieuw rijtuig kunnen maken, terwijl Van Zalinge daarvoor bij die concurrenten aan zou moeten kloppen.

Grootste voorraad
In 1920 gaan vader Henk en zoon Nico (Nicolaas Reinder, 1882-1978) een vennootschap aan om te handelen in rijtuigen en auto’s. “Grootste voorraad in Nederland”, claimen de Van Zalinge’s in het Nieuws van den Dag. In de jaren die volgen loopt de voorraad op tot wel 150 rijtuigen en tegelijkertijd is de naam -onterecht- ingeburgerd als ‘fabricaat’ door particulieren die een rijtuig te koop aanbieden. Dan al ontstaat het misverstand dat nog decennia voort zal duren: Tattersall is alleen een handelsmerk, om de ware bouwer te achterhalen valt niet mee, want slechts weinig fabrikanten maakten zelf hun assen, de enige andere plek waar een merk in kan staan.
Dat de voorraad zo ver oploopt is vooral te wijten aan het grote aanbod en de afnemende vraag. Het is bijna symbolisch dat een paard en rijtuig, bij Van Zalinge te zien, in 1924 in de Hilversumse politieverloting gaan. Nieuwe auto’s zijn de toekomst en Van Zalinge’s automobielbedrijf kan de naam ‘Tattersall’ niet gebruiken om de herkomst van een Chrysler, Buick of Chevrolet te verdoezelen. De handelaar moet het met een naamstickertje doen.

Tot 1990
Na het overlijden van Lijsje in 1927 hertrouwt Henk met Anna Voorbergen. Tien jaar later doet zoon Nico het bedrijf over aan Pellens, waarmee Van Zalinge’s Automobielbedrijf blijft bestaan tot 1990. Villa Soerabaja is in 1956 gesloopt, in het voormalige koetshuis is thans J&B Auto’s gevestigd.
Over Tattersall doen verschillende verhalen de ronde. Zo zou de firma voortkomen uit de rijtuigfabriek Bronkhorst in Hilversum, thuishoren in het rijtje van Nederlandse rijtuigfabrikanten en zou de machinefabriek Tattersall & Holdsworth er de wieldoppen voor gieten. Dat eerste klopt niet, maar roept wel een interessante vraag op, want waar liet Van Zalinge rijtuigen opnieuw schilderen, stofferen of repareren? Dat is bij tweedehands vaak nodig en Van Zalinge had geen vaklieden in huis of ruimte voor een werkplaats, terwijl de rijtuigfabriek van Bronkhorst om de hoek lag. Zou daarin de samenwerking zijn geweest?
Zeker is dat Van Zalinge in een relatief kort tijdbestek van pakweg vijftien jaar een dusdanig groot aantal rijtuigen heeft weten te signeren dat de naam Tattersall nog altijd te vinden is op tientallen rijtuigen. Het is een knappe prestatie die getuigt van een scherpe handelsgeest.

Foto boven: napoleon phaeton, gemerkt Tattersall, in de collectie De Nerée tot Babberich, Wassenaar (foto Herman Schiering).


Bussum 1946, Brinklaan 84 met links hotel de
Rozenboom en daarnaast de stalhouderij van
Buwalda.

 
De Gooi- en Eemlander 3-12-1898.


De Gooi- en Eemlander 27-1-1900.


Het koetshuis van Soerabaya in oorspronkelijke
vorm, voordat Tattersall er in trok.


Links: De Gooi- en Eemlander 13-6-1908,
Rechts: De Gooi- en Eemlander 10-7-1909. (klik om te vergroten)


De Gooi- en Eemlander 20-6-1914. De naam ‘Tattersall’ ten onrechte
aangeduid als ‘fabrikant’ in De Noord-Ooster 25-5-1925.


Eslaan 14 (20), hoek Vlietlaan, waarin gevestigd
het autobedrijf van Van Zalinge, 1970
(Gemeentearch. Gooise Meren en Huizen, collectie Winthorst).


Huidige situatie Eslaan 14.