Het eerlijke verhaal is dat specialisten niet van ophouden weten. En dat is lastig voor Heidi van Limburg Stirum die als projectleider de taak heeft om het in 2022 gestarte koetshuisonderzoek binnen de begroting en op schema te houden. Volgens de actuele planning levert het onderzoeksteam eind april een eindreportage in, die de basis vormt voor het boek dat vervolgens verschijnt. “We ontdekten bij toeval op de Zeeuwse buitenplaats Duinbeek een stalinterieur uit 1715, waarschijnlijk het oudste nog bestaande in Nederland”, geeft bouwhistoricus Ben Olde Meierink als excuus voor de vertraging.

De latierbomen, die de aangebonden paarden van elkaar gescheiden hielden, hangen er nog aan het plafond, met daaronder planken die voorkwamen dat de dieren naar elkaar trapten. Het is een oude manier om paarden te stallen, inmiddels bij wet verboden. Paarden staan er niet meer in de stallen van de buitenplaats Duinbeek. Dat het interieur (foto boven) desondanks ongewijzigd is gebleven sinds de bouw in 1715 maakt het volstrekt uniek. En toen het onderzoeksteam vervolgens een uitnodiging kreeg om een kijkje te nemen in het koetshuis van Heuven in het Gelderse Rheden, ging de adrenaline opnieuw sneller stromen. Hier kwamen ze namelijk boxen tegen die met een oppervlakte van twaalf vierkante meter al eind negentiende eeuw voldeden aan de nieuwste eisen voor het dierenwelzijn. “Ja, dan moet je zoiets ook meenemen in het onderzoek om een representatief beeld te schetsen”, zegt Ben Olde Meierink. En daar kan de projectleider wel begrip voor opbrengen, Heidi van Limburg Stirum: “Je weet vooraf dat zo’n onderzoek nooit ‘af’ is, je hoopt alleen dat het een basis is voor anderen om in de toekomst op door te gaan. En vooral, dat we er een bewustzijn mee creëren van de waarde van originele koetshuizen. We weten nu hoe zeldzaam een interieur als van Duinbeek is. Voor zoiets bijzonders is het wel verantwoord om de planning wat op te schuiven.”


Het kleine, oude koetshuis van Duinbeek.