In het duister, met alleen vele tientallen tuinfakkels langs de route, is de overleden Graaf zu Solms Sonnewalde (89) op vrijdagavond 11 februari van Kasteel Weldam naar de nabijgelegen St. Mary-kapel gereden. Dat gebeurde met de break die ooit dienstdeed om bagage en jagers te vervoeren. De keuze voor dit rijtuig paste volledig bij de sobere leefstijl die de graaf nastreefde.

Terwijl in het nachtelijk duister een uil roept, knarsen de wielen van het rijtuig over het grind van de oprijlaan naar het kasteel. De luiken van de bijgebouwen zijn gesloten. “Dat is uit traditie, uit respect voor de overledene”, legt Claas Conijn uit, vriend van de familie en bestuurslid van de Stichting Hippomobiel Erfgoed. Hij heeft er voor gezorgd dat een klein team van vrijwilligers op de been kwam om dit deel van de uitvaart zo goed mogelijk te laten verlopen. Zo brachten Gert van Groningen en Ronald Brugman hun zwarte paarden Oscar en Willem mee vanuit Nieuw-Vennep. De ruinen zijn uiterst braaf en dat is de voorwaarde om dit werk te doen. Koetsier Bart Klaassen stuurt ze rond. En Marianne en Gerard Engbers zorgen voor de zwarte jassen, hoge hoeden en andere accessoires om de aanspanning aan te kleden. Zo zijn de lampen omfloerst als teken van rouw.

Conijn: “De break is gebouwd door Ten Cate in Zutphen en geschilderd in de kleuren Van Aldenburg Bentinck, de grootouders van de graaf. In hun tijd gebruikten ze het rijtuig voor vervoer van bagage en jachten. Na die tijd is het in het koetshuis blijven staan en heeft de graaf er altijd goed op gepast. Het is bijzonder dat hij nu dienst doet voor het bewijzen van de laatste eer.”
Klik voor een filmpje.