Afgelopen vrijdag beleefde het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek een bijzonder moment. Na 65 jaar kreeg het eerste rijtuig in de collectie namelijk zijn oorspronkelijke lampen terug. Door de gekroonde lampen is ‘W001’ een stuk interessanter geworden. Opnieuw dankzij een schenking van de familie Heikens.

Eind december vorig jaar kwam er een mailtje binnen van de zoon van Koos Heikens, één van de oprichters van het museum. Bij het bericht zaten foto’s van twee lantaarns die Geert Heikens van zijn vader had gekregen en hij vroeg of het museum interesse had. “In het glaswerk zijn kroontjes geslepen en boven op staat ook een koperen kroon. Ik heb ze zo nu en dan nog in gebruik. Er zitten kaarsen in. Ergens dacht ik dat pap gezegd had, dat ze van Hongaarse Koningshuis kwamen, maar ik zou dat echt niet weten.”

Het leidde er toe dat de familie Heikens afgelopen vrijdag gastvrij met een rondleiding en een rondrit per rijtuig op de Borg Nienoord zijn onthaald, om herinneringen aan medeoprichter Koos Heikens op te halen en een officieel momentje voor de overhandiging. En al voor dat gebeurde hadden de rijtuigkenners van het museum, Mario Broekhuis en Jan Zijlstra, wat ontdekkingen gedaan. De eerste herkende dat het Belgische lampen zijn, de tweede wist ze gelijk te plaatsen op een rijtuig, namelijk ‘inventarisnummer W001’, een tamelijk anonieme landauer van het fabricaat Jones Freres Bruxelles. De kwartjes vielen op hun plaats.

In 1956 vond de opheffing plaats van de stalhouderij van de Gebroeders Jonkman in Harlingen. In de veiling van de kleine stalhouderij brengt het topstuk, een ‘staatsielandauer met staatsielantaarns afkomstig van Z.M. Willem III’, niet meer dan honderd gulden op. De Harlinger Courant van 11 september dat jaar schetst de sfeer: “Veiling bracht minder op dan werd verwacht. Voor de veiling van de inventaris van stalhouderij Jonkman, die vrijdagmorgen gehouden werd, bestond ’n grote belangstelling. Vanuit alle delen van het land waren gegadigden naar hier gekomen, maar ze reden elkaar niet al te veel in het vaarwater, zodat de prijzen voor de meeste voorwerpen niet hoog opliepen. Vooraf was het een gezellige drukte, waarvan enige studenten zich overigens niets aantrokken. Die lagen te slapen in de landauer van koning Willem III totdat deze aan de beurt van veilen kwam. Toen kochten ze hem voor 100 gulden op voor de ‘Compagnie tot instandhouding van oud en historisch gerei’, die filialen heeft in Doorn en Winschoten.”

Het was geen student, maar de 36-jarige Koos Heikens (1920-2012) uit Winschoten die het rijtuig kocht, evenals de los verkochte lampen die met ƒ 340,- juist het hoogste bedrag in de veiling opbrachten. Heikens schonk het rijtuig vervolgens in 1957, als medeoprichter, als het eerste stuk in de collectie van het nieuw opgerichte Nationaal Rijtuigmuseum in Leek, maar hield de lampen in zijn eigen verzameling. En nu, 65 jaar later, glijden de lantaarns weer in hun oorspronkelijke houders aan weerszijden van het rijtuig. Ze zijn de letterlijk de bekroning.

Over de geschiedenis van de landauer is nog het nodige te onderzoeken, want de Harlinger Courant van 1956 wist te melden: “Omtrent de statiekoets van Willem III vernamen wij nog nader, dat deze, ruim vijftig jaar geleden, door de heer W. Nauta bij een wagenmaker in Haarlem is aangekocht. De koets is nimmer bij de koning in gebruik geweest omdat ze niet aan de voorwaarden van zijn bestelling voldeed. Het had namelijk een koets met glazen opstand moeten zijn. In 1935, bij het overlijden van de heer Nauta, werd de koets door de fa. Jonkman aangekocht.”

Hoeveel waarde dit verhaal heeft, is de vraag. De vroegere conservator van het museum Herman Vos stelde bij de landauer al de vraag, welke koninklijke stallen, die in Den Haag of Brussel? Zijn twijfel was terecht, want de lampen geven nu het antwoord. Ze zijn gemakkelijk aan te zien voor Nederlandse, maar de Nederlandse leeuw in het rijkswapen houdt een zwaard en zeven pijlen vast, de Belgische leeuw niet. In oorlogstijd zijn er meerdere rijtuigen uit de Belgische koninklijke stallen in het geheim verhandeld en de kans bestaat dat Piet en Karst Jonkman in Harlingen zo aan hun landauer zijn gekomen. Een statierijtuig is het sowieso niet, maar door de gekroonde lampen is ‘W001’ een stuk interessanter geworden. Opnieuw dankzij een schenking van de familie Heikens.

Foto boven: de familie Heikens aan tafel in de statige Borg Nienoord, aan het einde van de tafel staan Geert Heikens (armen over elkaar), en met de lampen in handen conservator Jan Zijlstra en Henny Nijenhuis van de Stichting Paard & Karos; foto’s Geert Pruiksma en Jan Zijlstra.