Zonder tuig kan een paard geen vracht treken, zonder zadel is het slecht paardrijden. Net zo goed als ieder dorp zijn wagenmaker had, zo was er de zadelmaker. En die vele honderden zadelmakers hadden gespen en garens nodig die ze kochten bij gespecialiseerde fourniturenbedrijven. In Amsterdam was de Joodse firma Spangenthal de grootste. De zilveren of messing gespen, kroontjes met zes of acht bolletjes, sterk garen dat het leer bijeenhield en het gekleurde trijp op de arrentuigen: het kwam bij hen vandaan. Tot de Tweede Wereldoorlog wreed toesloeg.

In 1869 huwt K. Gruno Buttinger (1848-1893), zoon van een Groningse kopergieter, met een Amsterdams meisje Ruijs en twee jaar later trouwt Gruno’s zus met de Amsterdammer Hendrik Ruijs (1848-). De zwagers starten onder beider naam een groothandel in zadelmakersfournituren; gespen, ringen en monogrammen die kopergieters als hun vader maakten. Hun magazijn ‘Het Gezadelde Paard’ zit aan de Warmoesstraat 100 in Amsterdam. Ze maken ook gaskronen en aan de zadelmakers leveren ze niet alleen gespen en andere metalen tuigdelen, maar ook het kostbare trijp om tuigen te versieren en watertwist (katoengaren).
1887 oprichting van de firma Spangenthal & Co op aan de Amstel 330
1889 Spangenthal verhuist naar een historisch pakhuis aan de Singel 19, nabij het centraal station.
1893 Wolf Spangenthal trouwt met Anna Lob, en het echtpaar woont aan de Plantage Middenlaan 86.
1894, mei, oprichting van de vennootschap ‘Spangenthal & Co, Buttinger & Ruijs’, door Levi en Wolf Spangenthal met als doel de groothandel in zadelmakerfournituren en aanverwante artikelen.
1894, aug. Anna bevalt van een welgeschapen tweeling, een zoon en een dochter.
1896 Levi Spangenthal (geboren in het Duitse Spangenberg 1865-1943) trouwt met Fanny Birnbaum (1876-), Wolf treedt aan als penningmeester van de Vereeniging ter bevordering van de belangen van het Jodendom, en is lid van de schoolcommissie. Anna krijgt dochter Estella.
1897 Fanny krijgt na een voorspoedige bevalling een dochter.
1898 Wolf ‘Willy’ (geboren in het Duitse Spangenberg 1862-1942) genaturaliseerd tot Nederlander. Gelet op de omvang van de markt en de positie van Spangenthal, ook door de import van met name Duits tuigenbeslag dat de firma voor scherpe prijzen levert, gaat het de firma voor de wind. Het stempel ‘Spangenthal’ is nergens te vinden, wel dat van koperslagerij Husemann uit Iserlohn, de plaats in Duitsland waar de fijnste grondstoffen uit de grond komen om messing te maken en draad te trekken. Ook de catalogus van Ruthenbeck uit Bredenbruch, vlak naast Iserlohn, ligt op tafel met trenzen, rijstangen die per tiental gaan, stijgbeugels per paar, ‘tilburyhaken’ (eenvoudige opzethaak), ‘Cummeteisen’ (gareelbeugel), ‘Trompete’ (trompethaak) en honderden artikelen meer. Ook de rijtuigfabrikanten van de hoofdstad en daaromheen kopen hier het band voor rijtuigkappen en passement voor de stoffering.
1899 Fanny krijgt een dochter.
1900 Levi vraagt naturalisatie aan. Hij en Fanny wonen aan de Plantage Middenlaan 27a, naast de bewaarschool, waar hij in het bestuur zit, en het gaat ze financieel goed. Zij heeft twee meiden voor in de huishouding. Anna krijgt een zoon.
1902 Wolf en gezin wonen aan de Plantage Parklaan 8, Fanny krijgt een dochter.
1903 Anna krijgt een zoon.
1908 Fanny krijgt een zoon.
1909 Levi woont met gezin Prinsenlaan 5.
1910 De gebroeders Rikmenspoel doen hun zaak in smidsbenodigdheden, rijtuig- en wagenmakers-artikelen over aan de Spangenthals. Deze zaak in 1883 opgericht, blijft gevestigd aan Damrak 55. De gebroeders bemiddelden af en toe voor de overnames van rijtuigsmederijen -hun klanten- in het land. Met rijtuigfabrikant Schutter & Van Bakel zijn ze verkoper van de ‘Zweedse paardenbeschermers’, een soort veren die als schokbreker werken tussen de strengen van het paard en de te trekken vracht. Ze verkopen ‘veiligheidsgebitten’ om op hol slaan van paarden te voorkomen, schroefkalkoenen en stiften, schaatsen, vleesmachines en brandkasten. Maar de gebroeders zijn vooral een assenhandel met als specialiteit rijtuiglantaarns. Een metaalhandel voor rijtuig- en wagenmakers.
1911 H.F.A. Geel in dienst bij Spangenthal, voorheen Buttinger & Ruijs. Wolf en Levi in kerkenraad van Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge.
1912 Bar mitswa van Hugo, zoon van Wolf en Anna. Dochter Estella, ‘mej. E.’ is heel goed in wedstrijdzwemmen, wint wedstrijd na wedstrijd, haalt haar handelsexamen. Ze is als een vis in het water.
1913 Bar mitswa van Isidore, zoon van Wolf en Anna; Isidore gaat het tot arts brengen.
1921 Hendrik Frederik Anthonie Geel (1856-) is vijftig jaar in dienst. Hij begon er als vijftienjarige magazijnbediende. De Spangenthals zijn betrouwbare werkgevers.
1936 Anna overlijdt.
1937 Wolf krijgt hoogste onderscheiding: “Den heer W. Spangenthal, lid van de kerkenraad der hoofdsynagoge, vicevoorzitter van de Commissie voor het Onderwijs, kerkvoogd ter Jacob Obrechtplein-Synagoge, is ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag door den opperrabbijn de Choweirtitel verleend. De heer Spangenthal heeft zich voor de Joodse gemeenschap zeer verdienstelijk gemaakt. Wij wensen dezen algemeen geachten jubilaris van harte ngad ariegas jomiem gezondheid en voorspoed.” (Centraal blad voor Israëlieten in Nederland, 20-5-1937)
1942 Isidore moet als arts Joden keuren voor deportatie en weigert om opgepakte venters, die zogenaamd werkeloos waren, te keuren. Woont aan de Witte de Withstraat 13hs. Hij weet de oorlog te overleven met vrouw en kind door onder te duiken in Limburg en Brabant.
1942, okt., Wolf op tachtigjarige leeftijd vermoord in Auschwitz-Monowitz.
1943, februari Estella, dochter van Wolf en Anna, vermoord in Auschwitz. Datzelfde lot treft haar broers Hugo en Jacobus, nichten Gisela en Karoline. Haar oom Levi en tante Fanny overlijden er in augustus 1943.
1945 Bij zijn vertrek uit Batenbrug laat de ondergedoken Isidore zo veel indruk achter, door zijn inzet voor de inwoners van het dorpje en de vluchtelingen die er passeren, dat de burgemeester er een aparte dankbetuiging voor in de Gelderlander laat zetten. De laatste familieleden zijn op zoek naar overlevenden, ook vanuit Spangenberg. Wat de Spangenthals aan waarde hadden is geroofd door de bank Lippmann-Rosenthal. Het prachtige pand aan de Singel is verpauperd, leeggeroofd en in gebruik genomen door derden.
1948 Isidore en zijn gezin vertrekken naar Tel Aviv.



De firma huist aan de Singel 19.


Nieuws van den Dag 3-12-1884.


Nieuw Israëlitische Weekblad 9-7-1909.


Nieuw Israëlitische Weekblad 19-1-1900.


Hugo, zoon van Wolf en Anna (1899-1944)


Wolf ‘Willy’ Spangenthal (1862-1942).


Singel 19 zoals Isidore het aantrof, als enige van de familie
die terugkeerde na de oorlog.