Wie wil, kan weer rijtuigen kijken! In Museum Nienoord in het Groningse Leek, dat de nationale rijtuigen- en sledencollectie huisvest, zijn ze blij dat de deur weer open is voor publiek. Met extra pijlen, handzeep op sokkels en plexiglas bij de balie zijn de nodige aanpassingen gedaan. In kleine groepen maken de bezoekers een rondgang door het depot en zien daar onder andere de twee -recent- gerestaureerde topstukken van Kasteel de Haar opgesteld.

De directeur van Museum Nienoord, Geert Pruiksma, zag in de afgelopen drie maanden met lede ogen toe dat het bezoek wegbleef en de meeste evenementen op deze locatie tot volgend voorjaar zijn geannuleerd: “Maar het komt weer op gang, meest met senioren uit het westen en zuiden van Nederland, die in het noorden komen kamperen voordat de schoolvakanties uitbreken. Dankzij hen komen we uit op ongeveer de helft van de reguliere bezoekersaantallen; collega-musea in de omgeving zeggen hier ook op uit te komen.”
Niet zozeer de rijtuigen, maar een tentoonstelling met vroeg werk van Anton Heyboer blijkt de publiekstrekker te zijn. Maar dat is de strategie van Pruiksma: hij wil vooral een breed publiek lokken en vervolgens kennis laten maken met de rijtuigencollectie. De meeste bezoekers zijn wel te verleiden tot een rondgang door de schatkamer van de Nationale Rijtuigcollectie: het depotgebouw. Sinds januari staan hier de gerestaureerde calèche en victoria van Kasteel de Haar te schitteren. Die twee zijn prachtig en maken indruk op de doorsnee bezoeker, net als de galarijtuigen van de in Nederland geëindigde Duitse keizer. Ze staan gebroederlijk naast het oudste Oranjerijtuig uit Brussel, dat toen nog Nederlands was.

Op zoek naar verhalen
Sinds 1 juni zijn de groepjes voor een rondleiding door het depot wat kleiner, maar de gidsen vertellen evengoed een kleurrijk verhaal. Dat maakt het bezoek aan de tentoonstelling ‘Een leven vol rijtuigen’ op een andere locatie in het museum nog leuker: de gasten gaan op zoek naar de verhalen, die ze net in het depot hebben gehoord. Verhalen van rijtuigbouwers, koetsiers, reizigers. Sleepkoets naast trouwcoupé, rouwkoets naast kermiswagen, een Groningse naast een Indonesische wagen. “Goed dat Nienoord weer open is”, jubelt de directeur over wat het museum te bieden heeft.
Ook de bureaucratie ging de afgelopen maanden gewoon door, vertelt Pruiksma: “De aanvraag voor meerjarige subsidie 2021-2024 aan de provincie Groningen is onlangs positief beoordeeld door de onafhankelijke Kunstraad. Die gaf bij slechts 45 van de 75 ingediende plannen een positief advies en in ons geval zelfs om het subsidiebedrag te verhogen. We kunnen dus verder.”

Vanaf een catwalk
En er zijn ambities: “Samen met verschillende stakeholders maakten bestuur en medewerkers een veelomvattend, uitdagend plan: het projectplan vergroting publieksbereik. Het belangrijkste onderdeel hiervan is het depotgebouw te vernieuwen tot een nationale schatkamer voor het hippomobiel erfgoed. Bezoekers vinden het nu al een sensatie om in het depot achter de schermen een kijkje te mogen nemen. Maar de rijtuigen komen veel beter uit in een professionelere uitlichting. Vanaf een catwalk kun je beter ín de kuip kijken. Bewegend beeld van rond 1900 plaatst ze in hun context. Touchscreens bieden informatie van buiten de zaal. De afgelopen maanden is bij tien fondsen een subsidie aangevraagd. Hopelijk wordt op termijn niet het bezoek aan het depot de sensatie, maar de uitstraling van de in dat depot opgestelde topstukken. Daar doen we het voor.”

Nieuwe aanwinst
Restauraties worden uitgevoerd door specialisten elders, onder begeleiding van de Stichting Hippomobiel Erfgoed, maar het reguliere onderhoud op Nienoord gebeurt door vrijwilligers. Vrijwilligers in de risicogroep bleven de afgelopen maanden thuis, anderen staken de handen dubbel uit de mouw. De conservator van het museum, Jan Zijlstra, noemt als voorbeeld een stoere boerenwagen uit Pijnacker, die een half jaar aan de collectie is toegevoegd. Vrijwilligers hebben de wagen schoongemaakt, opgemeten en gesmeerd. Zijlstra ziet de charme van de nieuwe aanwinst: “Kijk eens naar die wielen, dat onderstel… solide als een stoomlocomotief! Vermoedelijk is ‘ie niet heel oud, zo van rond 1930.”
Pruiksma haakt hier op in: “Dan is de geschiedenis zelfs dichterbij, dan ikzelf dacht. En op vijftien, twintig, dertig jaar eerder of later vallen drie maanden gedwongen gesloten zijn weg. Hij staat er spic en span bij. Klaar voor de bezoekers.”

Museum Nienoord is geopend van dinsdag t/m zondag, van 11:00-17:00 uur. Reserveer uw bezoek op www.museumnienoord.nl, per mail via info@museumnienoord.nl of bel 0594 – 51 22 60