Het is even stil gebleven rond de Grand Duc, het tweede rijtuig van Kasteel de Haar dat in de restauratiewerkplaats staat. Dat had alles te maken met het minutieus schoonmaken van de oude lagen. Dat is inmiddels voor ons, nu het we het proces stapje voor stapje volgen, niet zo spannend meer. Op grote delen van het onderstel was de verf totaal verdwenen. Die delen zijn overgeverfd in een onopvallend mat blauw. En nu gaat het weer spannend worden: Maria Stolk haalt haar kwastjes tevoorschijn om het biespatroon te reconstrueren.
Ho-ho, ‘kwastjes’ is een totaal verkeerde uitdrukking, roept de restaurator gelijk. Het is een zogenaamd zwaardpenseel van eekhoornhaar, dat zij gebruikt om de gele streepjes op het onderstel te trekken. “Hier en daar, waar je er niet tussen kunt komen kies ik een lange runderhaar sleper.” Ze trekt de streepjes uit de losse hand. Dat is een grote kunst, niet alleen om de streepjes kaarsrecht te trekken, ook om ze op de juiste afstand van elkaar te houden en om een gelijke dikte te krijgen. Even een missertje geeft gelijk een smeerboel. Je kunt het je levendig voorstellen. Het is een soort kaligrafie. Maar hoe bereidt ze zich daar qua concentratie op voor? “Je moet in een flow komen van totale leegte en ontspanning. En ik moet een beetje scheel kijken, dan gaat het het beste. Biezen kost veel tijd. Soms zet je ze er achter elkaar op en dan raak je ‘vast’ en lijkt het wel of je het ineens niet meer kunt. Wanneer ik er aan begin, ben ik altijd weer benieuwd of ik het nog kan… En ik niet alleen, mijn collega’s ook”, lacht Maria hartelijk.
Het valt haar mee dat er niet zo ‘extreem veel’ biezen op het onderstel van de Grand Duc staan. “Nu ze erop staan, inclusief alle oude fragmenten en het geheel weer compleet zichtbaar, is het bijzonder hoe modern het patroon is. Ik bedoel, voor die tijd dan.”
Het moeilijkste van dit bieswerk is de kleur. Maria zegt: “Aanvankelijk is het een heftige kleur geel geweest, maar bij een dergelijk restauratie, waarbij je de oude verf laat zitten en aanvult met nieuwe, moet je heel goed opletten dat het nieuwe niet te heftig wordt. Je mag niet direct vanaf drie meter afstand zien wat er door de restaurator is bijgemaakt. Ik heb lang gedaan over het maken van een kleur die erbij past, uit de basis donker chroomgeel. Zoiets als ‘dezelfde kleur’ bestaat niet. Verder moet het voor de expert in de toekomst toch wel zichtbaar zijn wat authentiek en wat aangevuld is. Het is zoeken naar de juiste balans.”
Na het biezen krijgt het onderstel een zogenaamde slotvernis, een beschermlaagje. “Lopen we op schema? Ik houd het wel in de gaten, maar het heeft niet zoveel zin daar te veel tussendoor naar te kijken. Er zaten heel veel vierkante centimeters reinigen in één wiel. Ik denk dat we het ergste hebben gehad.”
De vier rijtuigen in dit project komen uit het beheer van Borg en Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord en gaan over in langdurig bruikleen door Kasteel De Haar. Dit project is mede mogelijk gemaakt door VZW Pater David, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Bonhomme Tielens, VSB Fonds, Mondriaan Fonds en Stichting kasteel de Haar. De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.
Maria Stolk van Restauratiecentrum Stolk in opperste concentratie.
Wie goed kijkt kan het oude en nieuwe onderscheiden. Het onderstel is klaar voor de slotvernis.