Wat staat hij daar prachtig te zijn, nu nog op Restauratiecentrum Stolk in Balkbrug en straks bij de stallen van Kasteel de Haar. Na een half jaar van intensief werk is de restauratie van de jachtbreak af. De lakense kussens liggen als gegoten op hun plek, de kaarslampen mogen branden en het merk Mühlbacher glimt weer als vanouds. Hij is klaar!
“Wat het meest meeviel was aanvankelijk de grootste tegenvaller”, kijkt restaurator Maria Stolk naar het geelzwarte voertuig, “In het geel op de wielen en het onderstel was echt geen enkele verbetering in te krijgen. Ik ging me er al bijna bij neerleggen dat het gewoon niet mogelijk was om dat geel schoner en helderder te krijgen. Vooral op de ellipsveren, maar eigenlijk hele onderstel, zag het er erg onaantrekkelijk uit.” Maar ze hield vol. De oude, vieze vernis moest en zou er af. En zie het fantastische resultaat: de zwarte biezen steken weer echt af tegen het geel.
“Een altijd moeilijk en soms heel frustrerend punt is de juiste kleur te maken voor de honderden en zo niet meer retouches. Er bestaat niet zoiets als één juiste kleur. En restauratieverf geeft nooit dat effect en die diepte van de oude lak. Ik heb al heel wat geconserveerde rijtuigen in Amerika, Frankrijk en Engeland gezien en wat opvalt is dat restauratoren steeds één kleur verf kiezen om beschadigingen bij te kleuren, met als resultaat dat je ze zelfs van een afstandje al snel ziet. Als je bij de break beter naar het oude geel kijkt, zie je ook dat het niet één kleur geel is. De kleur heeft in de loop der tijd en door de vernislagen, die bij een rijtuig in tegenstelling tot bij een schilderij een geheel vormen met de laklaag, vele nuances gekregen. Vul je in met één kleur, dan krijg je een ‘dode vlek’ geel in het geheel. En bij het zwart is het niet anders. Bijkomend probleem is dat restauratieverf donkerder kleurt als het opdroogt en je pas echt goed kan zien hoe het uitpakt als je de slotvernis er overheen hebt gezet. Een rijtuig is geen Nachtwacht van Rembrandt: je kunt gewoon niet tot in het oneindige met een vergrootglas op je neus bezig blijven”, is Maria Stolk bescheiden, want alleen nog een criticus met een vlijmscherp oog kan de retouches op de jachtbreak aanwijzen.
Voor de klus die in oktober vorig jaar startte was ‘een half jaar’ ingeruimd. De break is daarmee perfect op schema klaar. Dat kon alleen doordat het team van Stolk fiks overuren draaide: “Veel, helaas meer dan voorzien. Maar goed, halverwege de patiënt dichtnaaien is hier geen optie. Je vergist je gewoon in de hoeveelheid vierkante centimeters. Heb je weleens een flinke tak uit een grote boom gezaagd? Je denkt, even een tak wegzagen, en als hij dan op de grond ligt lijkt het ineens wel een have boom die je hebt omgezaagd. Dan schrik je. Al direct bij het begin met het demonteren van de vier zittingen, de twee achterkleppen en het voorschild stond mijn werkplek al vol. Toen wist ik al, ik moet opschieten.”
Nu de jachtbreak klaar is voor transport naar Haarzuilens kan Maria nog nagenieten: “De hele klus was leuk. Ik ben een echte rijtuigfanaat. En werken aan zo’n een topstuk nog geheel in oude staat is echt een droom. Ik ken geen vergelijkbaar rijtuig in deze ongeschonden en nog niet eerder gerestaureerde conditie.” En dat voor iemand die al heel wat rijtuigen heeft gezien en bestudeerd in haar leven.
Wat de grootste glimlach op haar gezicht tovert? “Dat het rijtuig behouden is. Onaangetast! Zoals hij door de eigenaar gebruikt en onderhouden is. Compleet met de zichtbare littekens. Nooit kaal geschrapt en helemaal opnieuw in een moderne lak gezet. Gewoon niet verprutst. Daar krijg ik kippenvel van. Zo puur ziet de echte liefhebber ze het liefst.”
Het rijtuig is komend seizoen te bewonderen in de stallen van Kasteel de Haar.
De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.
Foto boven: Het trapje staat klaar om gasten te laten instijgen: de jachtbreak van Kasteel de Haar is klaar voor ‘incidenteel gebruik’ na een zorgvuldige restauratie door OldtimerRestauratie Stolk Balkbrug, waarbij al het oude is bewaard.