Auto’s leasen is gemeengoed. De klant ‘ont-zorgen’ heet dat dan. Geen gedoe met onderhoud, vervanging, voorfinancieren en verzekeren. Wie vroeger een luxe equipage had, kreeg er ook wel ‘ns kopzorgen van. Vooral omdat je voor die aanspanning een koetsier moest inhuren: een kerel die vertrouwen was, die verstand van zaken had, de beslissingen voor de inkoop van voer, stro en over de paarden kon nemen. Vind zo iemand maar.

De Amsterdamse Rijtuig Maatschappij (ARM) kwam met de oplossing: de hele bups konden zij voor je verzorgen. Vakkundige kerels, hagelnieuw rijtuig, glanzende paarden, smetteloze tuigen. Was het paard ziek: de ARM verving het terstond voor een evengoed koetspaard. Liep de stalknecht rochelend en vloekend rond in de stal: de ARM stuurde een ander.

De ARM was sowieso een enorm bedrijf, met in 1905 liefst 315 rijtuigen en 418 paarden op de balans. In 1881 opgericht en tot bloei gekomen onder gezag van directeur Heinrich Heybroek had het zijn hoofdkantoor aan de Overtoom.

Kijk voor een boeiend filmpje op:

 

Bovenste foto: Terugkomst van een trouwstoet verzorgd door de ARM in 1911. Rechts een toen nieuw bedrijfs- en kantoorpand, links op de voorgrond een weegbrug voor het wegen van fourages (vermogen tot 5 ton).

 

Een zogenaamde maandequipage (landauer) met tweespan, koetsier en palfrenier. Geleverd door de ARM in 1911.

Voorbeeld van een maandequipage die de ARM in 1911 kon leveren: tweespan met coupé.