Voor het kasteel Hoekelum, bij Ede. Op de bok zit de koetsier Woutherus Meyer (1854-1941). Hij was koetsier en pluimgraaf in dienst van Karel Gerrit Willem baron van Wassenaer; pluimgraaf was een chique naam voor de knecht die zich op jacht ontfermt over het geschoten wild en gevogelte. In de praktijk zal Woutherus zich bezig hebben gehouden met het sjouwen en plukken van met name duiven, fazanten en eenden. 

Over het algemeen zal hij een goede baan hebben gehad, want de koetsier op een kasteel als Hoekelum stond wel in aanzien. Op 27-jarige leeftijd trouwde hij binnen zijn eigen stand met de vijf jaar oudere dienstmeid Christina Tabor. Ze krijgen zes kinderen, waarvan er drie al in de eerste weken na hun geboorte overlijden.
Het is dus niet allemaal rozengeur en maneschijn in het leven van Woutherus Meyer geweest, ook niet als we lezen dat hij op zijn oude dag de kost nog moest gaan verdienen als wisselloper in Utrecht. Daar overleed hij op een vrieskoude 28 januari 1941 in de leeftijd van 87 jaar. Baron van Wassenaer had hem blijkbaar geen betaalde oude dag vergund.
Maar misschien is het ook maar goed dat koetsier Woutherus de oorlog op Heukelum niet meer mee kon maken: het kasteel werd gevorderd en uitgewoond door de bezetters, en de baron bleef berooid achter. (bron Hist. Museum Ede)