Willem van Boeschoten (1844-1908) te ’s Graveland. Met zijn foeragehandel aan de Gooise Vaart voorzag hij de stallen en maneges in het Gooi en in Utrecht van voer. Volgens zijn kleindochter mevrouw Stein-Kitselaar wist hij veel van paarden en ging graag naar paardenmarkten: “Zijn rijtuig werd met zo veel zorg opgepoetst dat alles er aan glom. Hij reed met vierspan naar de kerk in Ankeveen. Het was een druk baasje.”
Als Van Boeschoten in 1908 overlijdt staat hij te boek als stalhouder en eigenaar van een pension. In de nacht van 21 op 22 april brandt de stalhouderij in Ankeveen af, waarbij elf rijtuigen, één lijkkoets, alle tuigen en zeven paarden verloren gaan. Volgens het Leidsch Dagblad in die week was de schade verzekerd. Dat kan verklaren waarom Willem later dat jaar het hotel Wapen van Amsterdam in ’s-Gravenland koopt.
In ieder geval leefde de man niet al te bescheiden en daarvan getuigt ook deze foto, van rond 1900. Opmerkelijk is vooral het tuig: luxe, met kokerpassanten, en met de voorpaarden aan lange strengen. Mogelijk is het tuig door Van Boeschoten ‘tweedehands’ gekocht en heeft het in een adellijke stal voor een à la Daumont-aanspanning gediend.