Heb je gezien hoe bijzonder een houten wiel is? Er is geen spijker aan te pas gekomen en het is minstens zo vernuftig als een autowiel. Bij het opknappen van de wielen van de panier komt een knap staaltje vakmanschap kijken. 

De wagenmakers van vroeger konden iets waar een moderne techneut zijn petje nog voor af neemt: uit een boomstam een wiel maken. Het is eigenlijk een technisch wondertje. Geschikt voor kruiwagen of Gouden Koets.

Zo’n houten wiel roept de minste weerstand op het wegdek op, laat de wagen zo min mogelijk slingeren, is veerkrachtig en oersterk bovendien. Bij het maken van zo’n wiel kwam geen spijker te pas. Het zit in elkaar door middel van pengatverbindingen en een paar eromheen gekrompen ijzeren banden. Het wiel is niet plat, maar omwille van de stevigheid en veerkracht staan de twaalf of zestien spaken ‘parapluvormig’ naar buiten. De velg ligt evenmin plat op het wegdek, maar ‘spoort’ voor de beste wegligging. In een moderne garage komt er ingewikkelde uitleesapparatuur aan te pas om de wielen uit te lijnen, de vroegere vakman deed minstens zo precies op het oog.

In het ‘Handboek voor den Wagenmaker’ uit 1907 is te lezen dat de spaken van ‘rijtuigen van weelde’ liefst zijn gemaakt uit acaciahout, omdat dit netter is te schilderen dan eiken. De wagenmaker wist precies welk hout hij moest hebben en welke eigenschappen dit had. Zo kwam het beste iepenhout voor de velgen van de eilanden Schouwen, Duiveland en Noord-Beveland. “Dat van Zuid-Beveland en het land van Axel is taaier en harder, maar daardoor lastiger te bewerken”, aldus het handboek.

Dat zijn gedachten die de revue passeren als restaurator Piet Stolk de wielen van de panier, een rijtuigje van Kasteel Duivenvoorde, uit elkaar haalt. Een volgende stap in het restauratieproject.

Van een aantal spaken zijn de pennen, waarmee de spaak in de velg of in de naaf steekt, afgebroken. Voor twee spaken zijn die pennen er opnieuw aan te zetten. Een velgdeel is aan vervanging toe. Een ander probleem is het zogenoemde ‘draadrubber’ dat om de wielen ligt. Het is nodig om het opnieuw om de wielen te leggen, maar de techniek om dat te doen is bijna uitgestorven. Toch is Piet Stolk overtuigd: het zal hem lukken en de wielen van de panier zullen rollen als ooit tevoren!

Drie van de vier rijtuigen in dit project komen uit het beheer van Borg en Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord en gaan over in langdurig bruikleen door Kasteel Duivenvoorde. Dit project is mede mogelijk gemaakt door Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Dioraphte, Stichting der Heerlijkheden Oosterland, Sirjansland en Oosterstein, Stichting Bredius en Stichting Bonhomme Tielens.

De Stichting Hippomobiel Erfgoed begeleidt de uitvoering en verzorgt de communicatie.